Na je Master in Finance en je MBA in Corporate Finance, heb je nog een bijkomende opleiding gevolgd Leadership Development aan Vlerick. Zijn al deze opleidingen nuttig voor je werk vandaag de dag ?
Ze komen me elke dag van pas. Vooral de MBA.
Iedere intellectuele opleiding is belangrijk om vorm te geven aan het rationeel kader dat je dagdaglijks hanteert. Maar het belangrijkste deel in mijn beroep is het menselijke aspect, wat maakt dat levenservaring minstens even belangrijk is als een universitaire opleiding.
Had je toen een duidelijk beeld van wat je wilde doen ?
Op dat moment had ik niet echt een keuze. Mijn vader die bij KPMG heeft gewerkt, zwoer bij de audit. Mijn oudste broer is in zijn voetsporen getreden, maar heeft uiteindelijk maar even bij KPMG gewerkt. Hij stapte daarna over naar consultancy en werd bedrijfsrevisor, tot grote teleurstelling van mijn vader (glimlach).
Omdat hij zo graag wilde dat minstens een van zijn zonen auditor zou worden, ben ik bij Ernst & Young gaan werken. Ik ben er 3 jaar gebleven en vond het erg leuk.
Het was een uitstekende leerschool waar ik een scherpe analytische geest heb ontwikkeld. In dit soort bedrijven ontwikkel je een specifieke manier om problemen te benaderen – en dit via het cijfermatige. Men leert informatie kritisch te bekijken en in vraag stellen. Deze vaardigheden zijn erg nuttig tijdens onderhandelingen en om zaken te doen in het algemeen.
Hoe ben je in de vastgoedsector terechtgekomen ?
Je moet weten dat we familiaal gezien een sterk verleden hebben in vastgoed en ik daardoor van kindsbeen af altijd in contact ben geweest met de vastgoedsector.
Op professioneel vlak heb ik mijn eerste ervaring gehad in vastgoed toen ik tijdens een stage van 6 maanden – via mijn oom – als expert werkte voor DTZ in Utrecht. Daarna is het zo dat je soms keuzes maakt zonder te beseffen welke richting het zal uitgaan. Ik denk dat ik net zo goed in een heel andere sector had kunnen belanden. Door toeval en contacten laat je je dus naar een sector of een activiteit leiden.
Wat zijn de sleutelmomenten in je loopbaan ?
Ik spreek liever over ontmoetingen dan over sleutelmomenten.
Allereerst de studiekeuze die gelinkt is aan de familiale context.
Ik kom uit een gezin van 5 die allemaal een universitaire opleiding hebben genoten. Onze moeder heeft ons altijd aangespoord om te studeren (of we dit nu graag wilden of niet).
Je hebt iemand nodig die achter je staat en je op jonge leeftijd stimuleert als je niet meteen weet waar je naartoe wilt.
Ik spreek liever over ontmoetingen dan over sleutelmomenten.
Toen ik bij EY aan de slag ging, was er een jonge partner, Martin Blackwell, de ster van het bedrijf. Hij was partner op zijn 28, dol op rugby, en had een zeer duidelijke lijfspreuk: “In het leven kan je plezier maken, zolang je maar hard werkt.” Hij slaagde erin, dankzij zijn leadership, om een echte teamspirit te creëren die ervoor zorgde dat iedereen het beste uit zichzelf haalde. Als je weet wat een partner bij EY verdiende destijds, had hij eerder kunnen stoppen met werken, maar zelfs toen hij 50 was, ging hij door omdat hij graag mensen, vooral dan jongere mensen, wilde blijven ontmoeten om hen die zin voor motivatie mee te geven. Het is de menselijke uitwisseling en professionele aanpak die me steeds zijn bijgebleven omdat ik graag mensen van alle soort en leeftijd ontmoet van wie ik kan leren. In een bedrijf als EY waar we van 8 tot 22 uur werkten en vaak ook in het weekend, was het voor mij heel inspirerend om zulke mensen te ontmoeten.
De tweede ontmoeting die een grote invloed heeft gehad, was die met mijn voormalige baas bij CFE, Patrick Van Craen, die me veel zaken heeft bijgebracht die ik nu toepas. Hij hield er steeds een wat “apart” standpunt op na. Hij had altijd meteen gezien wat het belang van een project is, hoe het tot stand komt en vooral, voor wie het bestemd zou kunnen zijn.
De derde persoon aan wiens zijde ik veel heb geleerd is Renaud Bentégeat, die jarenlang gedelegeerd bestuurder was van CFE. Hij is een optimist in hart en nieren en een echte ondernemer. Hij heeft vooral een zeer groot vermogen om vertrouwen te geven en zelfvertrouwen op te wekken bij mensen. Als manager is dat wellicht het moeilijkste om over te brengen : mensen het nodige zelfvertrouwen geven en hen verantwoordelijkheid geven om telkens weer de stap te durven zetten. Als je hem vroeg hoe het met hem ging, was zijn standaard antwoord “alles is eenvoudig en op het gemak”.
En dan recentelijker, de CEO van BPI, Jacques Lefèvre. Hij slaagt er in om me steeds te challengen en ervoor te zorgen dat ik nog een beter inzicht krijg in mezelf. Hij gebruikt humor op verschillende niveaus om me te helpen de goede vragen te stellen.
Wat voor soort manager ben jij ?
Het schijnt dat ik veeleisend ben, een ietwat ongeduldig en dat ik me graag amuseer als ik werk. Aangezien ik lang tennis gespeeld heb op een vrij “behoorlijk” niveau, heb ik geleerd wat het verschil is tussen getalenteerd zijn en het belang van trainen/oefenen. Dit is wat ik overbreng aan mijn teams en van hen vraag.
Ik denk dat ik op het vlak van contact een vrij natuurlijk leiderschap heb of ik kies er althans voor om mezelf te omringen met mensen die om kunnen met mijn leiderschap. Ik trek graag mensen naar boven. Ik ben nogal beschermend voor mijn teams. Als ze niet aan mijn verwachtingen voldoen, zijn er twee mogelijkheden :
- Of het is een kwestie van vaardigheden en inspanning. Ik moet wel toegeven dat ik in dat geval, net als in de sport, weinig begrip kan opbrengen voor mensen die geen moeite doen, en dan scheiden onze wegen al snel.
- Of het zijn mensen die moeite doen. In dat geval zal ik veel begripvoller zijn. Ik weet immers dat een team uit meer bestaat dan koplopers die elkaar de loef willen afsteken. Je moet dus zorgen voor evenwicht. Tegenover die mensen zal ik me beschermender opstellen.
Maar het allerbelangrijkste is de teamgeest, het samenwerken en vrije meningsuiting. Die openheid en transparantie zorgt ervoor dat je nederig blijft.
Heb je tijdens je loopbaan tegenslagen moeten incasseren en welke lessen heb je daaruit getrokken ?
Toen ik EY verliet voor Besix. Ik kwam onder leiding te staan van een verantwoordelijke die voor meer dan de helft van de tijd dat ik daar werkte afwezig was omwille van gezondheidsredenen. We hadden een goed menselijk contact, maar op professioneel vlak is de samenwerking niet goed verlopen. Ik was al de vierde persoon in die functie. Ik ben van nature uit eerder ondernemend en ik wilde graag betrokken zijn bij zo veel mogelijk projecten om te kunnen bijleren. Ook al stond het bedrijf open voor zulke profielen, mijn overste zag het niet zo.
De les die ik daar uit heb geleerd is :
De enige manier om echt goed te zijn in je vak is, volgens mij, aansluiten bij een structuur die past bij je profiel en je waarden en waar je authentiek kan zijn.
Wat vind je het boeiendst in je beroep ?
Ik denk dat het voor een groot deel de menselijke relaties zijn. Ik ben dol op de diversiteit van mensen in mijn beroep. Ik heb het geluk dat ik een beroep heb waar ik veel en vooral heel verschillende mensen ontmoet.
Wat ik vandaag het leukst vind aan mijn job is de link tussen CFE en BPI, wat ons een compleet beeld en een volledige aanpak van een project oplevert, van de aankoop van de grond tot de bouw van het gebouw.
Wat vind je het vervelendst in je beroep ?
Waarschijnlijk het feit dat mensen vaak niet beseffen hoeveel geluk ze hebben met een job in deze sector. Soms is er een zeker gebrek aan nederigheid dat me stoort. Te veel mensen hebben de neiging om te vergeten dat ze geluk hebben.
Heb je risico’s moeten nemen en/of offers moeten brengen om dit te bereiken ?
Dat moet je aan mijn vrouw vragen (glimlach).
Ik heb het geluk dat ik een vrouw heb die achter me staat in deze levensstijl waar het werk een grote plaats inneemt. Toen de kans zich voordeed om een opportuniteit aan te nemen in Luxemburg, was het niet gemakkelijk om deze keuze door te drukken bij vrouw en kinderen. Het was een grote verandering. Mijn carrière in België voortzetten was inderdaad eenvoudiger geweest, maar ik denk dat je in het leven risico’s moet nemen en dat, als het werkt, het des te meer voldoening geeft.
Hoe zie je de evolutie van je beroep en de sector ?
Enerzijds is er een sterke evolutie in het soort product.
Er is een veel grotere mix in de projecten die tot voor kort vaak alleen uit kantoren, residentieel en retail bestonden.
Anderzijds is de grote verandering, althans voor mij, de bewustmaking van de klanten bij hun vastgoedaankopen ; vanwaar de oprichting van Wood Shapers. Ze zijn almaar veeleisender en hebben aandacht voor milieuvraagstukken. Als projectontwikkelaar met als missie de steden van morgen te bouwen, is het dus aan ons om anders te denken en rekening te houden met deze nieuwe eisen om antwoord te bieden aan de huidige milieuvraagstukken.
Waar ben je het trotst op in je carrière ?
Dat ik me nog amuseer. Ik vind het leuk om mensen te ontmoeten, business te genereren, opportuniteiten te zien die toekomstige projecten met zich meebrengen en hou er van om de evolutie binnen een team te zien. Ik probeer ervoor te zorgen dat ik plezier blijf hebben aan mijn werk.
Zie je een groot verschil tussen de profielen van jouw generatie en de nieuwe profielen die je op de markt ziet verschijnen ?
Voor de heel jonge profielen zie ik er geen.
Maar voor de generatie ertussenin, wel. Die hebben een ietwat andere opvoeding meegekregen. Velen van hen werden overbeschermd om toch maar zeker niet te falen. Ze kregen te vaak te horen dat ze “de beste” waren, wat er ook gebeurde. Zo zijn er twee soorten profielen ontstaan :
- enerzijds zij die zeer veeleisend zijn en ook zeer competent
- en anderzijds, zij die zich tegenover een veeleisende baas totaal verloren en ontredderd voelen.
Ik denk dat de generatie die gevolgd is, daaruit hun lessen hebben getrokken en het veel beter aanpakken.
Welke raad zou je aan jongeren willen geven die in deze branche stappen ?
Ik zou hen zeggen dat ze iemand : een baas, een manager, een team moeten zoeken met wie ze tot ontplooiing kunnen komen en kunnen leren, ook al betekent dit dat ze 10 % minder verdienen dan elders.
Jongeren hechten vaak te veel belang aan het loon in het begin van hun carrière.
We leren dat je om de 3 jaar van bedrijf en functie moet veranderen om carrière te maken. Zelf denk ik dat dit een vergissing is. Als je weet dat het doorgaans 3 jaar duurt voor je een vaardigheid volledig onder de knie hebt, zal je door aan het eind van deze 3 jaar van functie te veranderen, deze pas verworven vaardigheid niet ten volle kunnen benutten. Iets meer tijd nemen voor je van functie verandert, kan soms een betere strategie zijn.
Gesprek geleid door Archibald
Dank aan Arnaud Arnaud Regout & BPI